nl | en | de
Laatste nieuws

Ondersteuning voor PayPal, iDeal en Creditcard betalingen.

Inloggen

Nog geen account?

Vraag nu een account aan.

Doel

Reservedelen:

  • hebben we er genoeg?
  • Hebben we er te kort?
  • Hebben we er te veel?
  • Ligt er nutteloos kapitaal in ons magazijn?
  • Zijn we onder- of oververzekerd?

 

Het antwoord hierop kan worden gegeven met RBSP.

Deze tool is aangemaakt voor componenten die een constante faalfrequentie hebben.

Op basis van een klein aantal basis-gegevens, die op de invoer pagina moeten worden ingegeven, kan de kans bepaald worden die behoort bij de hoeveelheid aanwezige componenten in de installatie(s) onder beheer en de momenteel aanwezige hoeveelheid reserve delen. Ook kan deze tool gebruikt worden bij het bepalen van de initieel aan te schaffen hoeveelheid reservedelen op basis van een bepaald risico niveau dat een onderneming wil aangaan.

Theorie:
Het model is gebaseerd op constante faalsnelheden en de logaritmische Poisson-verdeling van de te analyseren componenten. De achterliggende statistiek wordt hier achterwege gelaten.

Aannamen die ten grondslag liggen aan dit model:

  • gemiddelde waarden, geen spreiding;
  • invloed van betrouwbaarheidsinterval wordt niet mee genomen;
  • gemiddelde leveringstijd, geen spreiding;
  • voor elk gebruikt item wordt een enkel item weer besteld (geen minimale bestelhoeveelheden);
  • uitkomst is een kans van niet aanwezig zijn;
  • uitkomst is een bepaald risico bij een aantal reserveonderdelen.

Constante faalfrequentie

De analyse die in deze tool wordt uitgevoerd gaat uit van een constante faalfrequentie. Dit houdt in dat aangenomen wordt dat de componenten die geanalyseerd worden willekeurig (random) falen in de tijd.

Uit de onderzoeken voorafgaand aan het ontstaan van de RCM-methodologie is gebleken dat ca. 77-92% van de componenten (na het verstrijken van de inlooptijd) een dergelijk faal patroon volgen.

Het blijft essentieel om na te gaan of een component niet een sterk verouderings- of slijtagepatroon vertoont of dat er een constant toenemende faalfrequentie in de tijd waar te nemen is. Andere reservedelen-strategieën kunnen in deze gevallen veel kosteneffectiever zijn.

Benadrukt wordt dat de faalfrequentie een statistisch verworven getal betreft, dat niet in relatie staat tot de waarde van de beoogde levensduur (noch functioneel, noch ontwerp). Ook behoort bij een faalfrequentie een betrouwbaarheidsinterval. Dit interval geeft een indicatie van de deugdelijkheid van de faalfrequentie en daarmee ook een indicatie van de deugdelijkheid van de resultaten van de analyse. In het algemeen gaan faalfrequenties niet vergezeld van betrouwbaarheidsintervallen. Indien de faalfrequentie uit eigen databronnen wordt afgeleid doet men er goed aan om tevens een betrouwbaarheidsinterval te bepalen. Een kleine aanpassing aan deze tool kan de invloed van het betrouwbaarheidsinterval in kaart brengen.